ELTJO
Bij Doedertoe aan de Travertijnstraat stap je een wereld van kleur binnen. Overal liggen kralen, bollen wol, hout en stof. Aan de grote ronde tafels wordt gewerkt, gepraat en gelachen. Iedereen is welkom, niemand hoeft iets: je mag er gewoon zijn.
Dan komt Eltjo binnen. Hij zet zijn driedelige gitaar in elkaar en begint te spelen: een nummer over delen. Langzaam wordt het stiller in de ruimte; hier en daar verschijnt kippenvel op armen.
Tien jaar geleden had Eltjo last van ernstige depressiviteit. Op een dag liep hij door de straat, toen een vrijwilliger van Doedertoe hem zag. Ze tikte op het raam en zei: “Kom maar binnen.” Hij deed het. “Het was emotioneel maar voelde als een welkom thuis bij fijne mensen en het delen en geven werd voor mij onderdeel van mijn herstel.”
Sindsdien is hij gebleven. Hij maakt er muziek en heeft Doedertoe een gitaar geschonken, waar iedereen op kan spelen. “Ik ben ontzettend dankbaar voor deze plek,” zegt hij. “Het ritme, het welkom, het warme onthaal: dat heeft me weer op de been gebracht.”